Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg

Categorieën Uit 't koppie
Normaal

Op 15 februari werd ik geconfronteerd met de kwetsbaarheid van het leven. Dit klinkt dramatisch en ik wou dat ik het lichter kon maken, maar die dag was nou eenmaal dramatisch. Ik was met mijn vader op stap; hij kreeg een hartaanval en ik belde ambulance. Ik in paniek, hij in paniek. Vijf uur lang duurde de operatie en vijf uur lang heb ik jankend in het ziekenhuis gezeten met het idee dat hij oprecht de pijp uit zou gaan. Ik had het bij het verkeerde eind. Natuurlijk had ik het bij het verkeerde eind, want na die slopende uren kwam hij lachend, zo is ‘ie dan ook wel weer, de OK uitgereden. Het leven was nog niet klaar met hem en hij nog lang niet met het leven.

Het gekke is; als er zoiets heftigs in je leven gebeurt, verwacht je dat de wereld met je stil gaat staan. Dat mensen stoppen met naar hun bestemming fietsen, dat de vogels hun trek staken en bomen zich niet in hun lentejasje steken. Maar in feite trekt niemand zich wat aan van jouw ellende. De wereld draait door en jij probeert weer mee te draaien. Ik pakte na drie dagen mijn werk weer op, want dat hoorde. Ik verliet mijn ouderlijk huis naar mijn eigen plekje, want dat was gepland. Ik kreeg geen lucht meer, werd duizelig en raakte in paniek want dat was het gevolg van gewoon doorgaan.

‘Verdomme, daar ga ik ook’, dacht ik. Ik was er van overtuigd dat alle controle, inclusief het leven, uit mijn handen aan het glippen was. Een paar doktersbezoeken verder bleek mijn hart prima in orde te zijn. ‘Geen grammetje vet op de botten en een kerngezond lichaam’, aldus de dokter. Wel raadde hij me aan om een psycholoog te gaan bezoeken en op mijn 50e maar is terug te komen. ‘Dan pas heb je een eventueel verhoogd risico op hartfalen, meisje’. ‘Dat zal wel’, dacht ik terwijl ik in mijn agenda 2048 opzocht om een herinnering aan te maken.

Mijn psycholoog vertelde mij dat ik een trauma had opgelopen en dat paniekaanvallen en hypochondrische angsten het gevolg daarvan waren. Ironisch genoeg vond ik een trauma op dat moment bijna onwaarschijnlijker dan een hart dat er mee ging kappen. Een trauma? ik?! Ik was altijd zo in controle; hoe kon ik mezelf nou trauma laten oplopen? ‘Je neiging om elke situatie naar jouw hand te zetten, is een drang tot controle. Als je de situatie niet meer kan controleren, dan loop je weg. Alleen heb je nu een situatie meegemaakt waar je 0,0 controle had, maar niet weg kan lopen. En dan ook nog is bij iemand waar je zielsveel van houdt’, verklaarde mijn psycholoog.

‘Shit, een trauma. Zoiets krijg je toch als je een vliegtuigramp hebt overleefd? Of wanneer je twee jaar gegijzeld bent geweest door de Taliban en op het randje van de dood hebt gestaan?’. Tuurlijk, ben je je bewust van je mentale gezondheid. En zie je mensen om je heen met zichzelf in de knoop zitten. Ook ik had zo mijn dipjes, maar, zo naïef als ik was, was ik er van overtuigd dat ik mijn grens wel kende. Dat ik controle had over mijn onderbewust zijn en hoe ik dingen emotioneel ervoer.

Ik weet wel beter nu. De afgelopen 7 maanden stonden in het teken van stressklachten en paniek. Daarnaast ben ik een trauma aan het verwerken en heb zo nu en dan wat hypochondrische trekjes. Van een ‘normaal’ meisje, met ‘normale’ ouders, met een ‘normale’ gezondheid werd ik opeens een kluizenaar, naar buiten gaan vond ik opeens doodeng. Als je me dat in 2019 had verteld, had ik je waarschijnlijk uitgelachen en gezegd, ja daar komt ie, dat je normaal moet doen.

De grap is natuurlijk dat ‘normaal zijn’ de domste stijlregel is die wij, Homo sapiens, in deze wereld hebben ingemetseld. Want hoe normaal zijn, normale mensen. Hoe normaal is het als je nooit loopt te stuntelen, nooit tegenslag hebt, nooit ziet dat het leven kwetsbaar is en dat het als een malle geleefd moet worden? Hoe normaal is altijd pieken en sterk zijn? En hoe zwak en kwetsbaar ben je als je je grootste angsten aangaat en jezelf uit een put aan het trekken bent? Misschien moeten we concluderen dat ik momenteel wel normaler ben dan ik ooit geweest ben.

Dit is Twintig

PS. Mijn vorige artikel al gelezen?

Foto: Veerle van de Laar

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *